Methode 1: Omtrek vinger
Een handige manier om zelf je ring maat te bepalen is door de omtrek van je vinger te meten. Deze kan je berekenen door een lint of touwtje om je vinger heen te doen en het aantal millimeters op te meten. Zorg ervoor dat je het lint of touwtje niet te strak aantrekt, maar een beetje losjes houdt.
Kom je bij het meten van de millimeter niet uit op een standaard maat zoals aangegeven in de tabel? Kies dan voor de dichtstbijzijnde (grotere) maat.
50 mm = ringmaat 16
54 mm = ringmaat 17
58 mm = ringmaat 18
Methode 2: Ring doorsnee met gebruik van lineaal
Een andere manier om je ring maat op te meten is door het plaatsen van een passende ring op een lineaal. Bekijk hoeveel millimeter de liniaal aan de binnenkant van je ring aangeeft (dus de dikte van de ring niet meetellen). De binnen diameter is hetzelfde als je ringmaat. 17mm = dus ringmaat 17.
Daarnaast zijn er nog een aantal dingen om rekening mee te houden bij het bepalen van je ringmaat:
- Weersomstandigheden – Wanneer het koud is, worden onze vingers dunner en zal de ring losser aanvoelen. Wanneer het warm is zetten ze vaak uit. Ben je in een vochtige omgeving, of wil je je ringen altijd dragen zonder ze af te doen, moet je hier zeker ook rekening mee houden.
- Verandering in de dikte van je vingers – Een vinger kan op verschillende momenten van de dag behoorlijk in dikte verschillen. Vingers zijn ‘s ochtends dikker dan ‘s avonds. Ook wisselingen in omgeving, eetgewoontes, ziekte, zout opname, medicijnen en niet te vergeten zwangerschap kan je vingerdikte beïnvloeden.
- Standaard ringmaten – Verschillende landen en merken werken vaak met verschillende ringmaten, een echte standaard is er dus niet. Wij houden de Nederlandse maten aan door middel van de diameter in millimeters.